Brandpreventie

Vlam in de pan

Het kan de beste overkomen: vlam in de pan! De inhoud van de pan, vaak hete of kokende olie, vliegt in brand. Vaak doordat er sprake is van overkoken of doordat de olie in contact is gekomen met de warmtebron die zich onder de pan bevindt. In sommige gevallen kan de olie zelfs spontaan gaan ontbranden.

Hoe te handelen? Dek de pan af met het deksel. Als je deze niet bij de hand hebt, gebruik dan bijvoorbeeld een bakplaat, dienblad of houten snijplank. Door het afdekken stop je namelijk de zuurstof toevoer, waardoor de brand zal doven (mits het vuur al niet te heftig is). Feitelijk kan vuur niet zonder zuurstof. Als je dat onthoudt, weet je hoe je moet handelen.

Het kan ook handig zijn een blusdeken in de keuken te hebben klaar hangen. Deze deken (verpakt, maar snel uit de verpakking te halen in geval van brand) leg je over het vuur heen, waarna deze de vlam als het ware verstikt. Dit komt wederom door het ontnemen van zuurstof. Het materiaal van de deken is gemaakt van een niet of anders zeer slecht brandbaar materiaal, soms nog voorzien van een brandwerend middel.

De blusdeken is een blusmiddel dat het makkelijkst in gebruik is van alle blusmiddelen die er bestaan. Echter, de blusdeken is wel alleen voor hele kleine branden te gebruiken. Zorg er wel het liefst voor dat je altijd het deksel van de pan in de buurt hebt, zo kun je het allersnelst handelen.

Zorg er bij de vlam in de pan in ieder geval voor dat je:

  • Nooit met een brandende pan gaat lopen. Als je struikelt met de kokend hete pan is dit levensgevaarlijk. Verplaats de pan ook niet naar een andere plek en pak hem überhaupt niet beet. Je kleding of haar kan zo gemakkelijk vlam vatten.
  • Blus de pan niet met water als er olie of vet in zit. Deze combinatie werkt niet goed en kan zelfs tot ontploffing leiden.


Koken op inductie maakt de kans op vlam in de pan al aanzienlijk kleiner dan op gas, maar het kan helaas nog steeds.

Vergelijk inboedelverzekeringen

Brandblusser

Een brandblusser in huis hebben is weliswaar verstandig, maar nog niet zo gemakkelijk. Het werkt namelijk niet zo dat je elke brand met één dezelfde brandblusser kunt blussen. Afhankelijk van wat er in brand staat, heb je namelijk een andere blusser nodig.

De namen van de blussers zeggen het eigenlijk al; schuimblussers blussen door middel van schuim, een waterblusser door middel van water en zo bestaat er ook een CO2 blusser en een poederblusser.

Er worden op internationaal niveau verschillende brandklassen onderscheiden om te weten welke blusser je nodig hebt. Zo betreft brandklasse 1 brand van vaste stoffen zoals papier en hout. Hiervoor zijn dan bijvoorbeeld schuimblussers, sproeischuimblussers of waterblussers nodig. Tot brandklasse 2 behoren bijvoorbeeld juist weer vloeibare stoffen zoals benzine, alcohol en aceton. Hiervoor dient dan weer een koolzuurblusser of poederblusser gebruikt te worden. Brandklasse F spitst zich toe op frituur- en oliebranden zoals bakolie en frituurvet. Hiervoor zijn vetbranders ideaal.

Het heeft dus weinig zin om een standaard blusser te kopen, want een blusser helpt je niet -letterlijk- uit de brand bij elke brand in huis. Je kunt de situatie namelijk ook juist erger maken met de verkeerde blusser; als je bijvoorbeeld met poeder spuit over brandende elektrische apparaten. Ze zijn door de nevenschade dan al zeker niet meer te herstellen na het blussen. Daarnaast bestaat er ook een kans op herontsteking wanneer je niet met de juiste blusser blust.

Verdiep je dus (de open dag bij de brandweer kan ook ideaal zijn voor dit soort vragen) in welke blusser voor jou het meest efficiënt kan zijn. Als je veel gebruik maakt van de frituur, is bijvoorbeeld duidelijk dat je je moet richten op blussers die tot brandklasse F behoren.

Daarnaast zijn ook niet alle brandblussers groot genoeg om echt efficiënt mee te kunnen blussen. De blusser is snel leeg. De brandweer adviseert dan ook een blusser in huis te hebben van tenminste 6 liter. In veel winkels zie je echter kleinere varianten van brandblussers, omdat je die waarschijnlijk eerder zou kopen om ergens onopvallend in huis te kunnen ophangen.

Let ook op de houdbaarheidsdatum. De meeste blussers hebben wel een redelijk lange houdbaarheidsdatum, maar aangezien je de blusser hopelijk nooit in je leven zal hoeven te gebruiken raakt deze ook snel uit het zicht. En daardoor kan de datum ongemerkt verlopen, waarmee dan weer de efficiëntie achteruit loopt.

Zorg in ieder geval dat de brandblusser goed binnen handbereik hangt. Zo kan hij echt levensreddend zijn. Een brandblusser in de auto hebben kan ook een geruststellende gedachte zijn.

Goed om te weten is dat er tegenwoordig ook spuitbussen bestaan, die je in plaats van een blusser kunt gebruiken. Het is een compacte spuitbus in de vorm van een spray die je gemakkelijk via wandmontage kan ophangen. Deze is algemeen te gebruiken voor het blussen op onder andere: hout, frituurvet, textiel en papier. Een dergelijke spuitbus is wel erg klein. Maar kan handig zijn om in de keuken in een keukenkastje klaar te hebben staan – naast een grotere blusser elders in huis – om de eerste vlammen mee te kunnen doven. Hij is daarbij laagdrempelig aan te schaffen en fijn geprijsd. Ook is hij bijvoorbeeld ideaal om klaar te hebben liggen in het dashboardkastje in je auto.

Zorg voor een opgeruimd huis

Het is misschien een gewoonte; je schoenen uitschoppen in de gang als je thuiskomt en er niet meer naar omkijken tot de volgende dag. Ook andere rotzooi in de gang is snel gemaakt; paraplu’s, werk- of boodschappentassen, sjaals, kartonnen dozen die in de gang klaar staan om nog naar het oud-papier te brengen enz.

Bedenk je dat wanneer er brand zou uitbreken, je geen hand voor ogen kan zien. De rookontwikkeling is zo heftig dat je op de tast af moet. Schoenen op de vloer, waar je overheen kan struikelen, of een doos, waar je tegenaan kan stoten, moeten dus voorkomen worden.

Plaats schoenen in een speciale schoenenkast en sjaals en andere attributen aan mandjes aan de wand. Heb je geen ruimte om je schoenen in een speciale kast te stallen? Zorg er dan in ieder geval voor, dat alles wat op de grond staat in je gang aan één kant staat. Dus bijvoorbeeld aan de rechterkant van de gang, zodat er in ieder geval de linkerkant helemaal vrij is om te kunnen lopen.

Vluchtroutes

Denk van te voren goed na welke routes je door je huis moet afleggen in geval van nood: de zogenaamde vluchtroutes.

Denk je bijvoorbeeld in dat als er brand zou zijn bij de voordeur, je het huis moet ontvluchten via de achterkant en andersom. En wat als de hele benedenverdieping onveilig is? Wat is dan de best mogelijke ontsnappingsmogelijkheid naar buiten toe? Is dat het raam op de eerste verdieping of…?

Dit is goed om van te voren te bedenken, zodat je acties kunt voorbereiden. De kans is namelijk groot dat de tuindeur een andere sleutel heeft dan de voordeur. De sleutelbos met al je sleutels eraan – die misschien aan het sleutelrekje hangen bij de voordeur – zal je dus niet kunnen pakken als je moet ontspannen via de tuindeur. Zorg dus dat je een reservesleutel in de buurt van de tuindeur hebt liggen. Desnoods onder een plantje op je vensterbank verstopt of in een nabijgelegen kast. Dit geldt ook voor de ramen die je op de bovenverdieping hebt; sommige zijn voorzien van een raamslot. Zorg dat je de sleutel weet te vinden en in de buurt hebt liggen.

Het afspreken van een vluchtplan

Misschien lijkt het wat overdreven, maar uiteindelijk kan het levensreddend zijn: spreek met degene met wie je samenwoont; huisgenoten of een partner een vaste plek af waar je elkaar ontmoet in het geval van brand.

Stel je verliest elkaar uit het oog tijdens het verlaten van het huis, is het fijn dat je weet dat je elkaar kan opwachten bij een vast punt in de straat. Het zou anders kunnen gebeuren dat je elkaar gaat zoeken in een brandend huis. Een dergelijke afspraak is zo gemaakt en voorkomt dus een hoop narigheid.

Al helemaal in het geval dat er kinderen in huis wonen, is het noodzaak om hier van te voren duidelijke afspraken over te maken.

Meterkast

Je hebt het vast al heel vaak gehoord of gelezen en zeer waarschijnlijk hou je je er toch niet aan; de meterkast hoort leeg te zijn. In een meterkast gaat nogal eens wat mis, zorg dat de schade niet erger kan worden door er allerlei spullen in te stallen. Plastic flessen die je er in op slaat als voorraad bijvoorbeeld, gaan juist smeulen in geval van rook.

Kijk dus kritisch naar wat hoog ontvlambaar is en dus zeker uit de meterkast moet verdwijnen. En hou de kast het liefst helemaal leeg.

Rookmelders

Sinds 1 juli 2022 zijn rookmelders op elke etage van je woning verplicht. Het liefst zou dit per kamer het geval zijn, maar omdat dit niet van een ieder meteen te verlangen is (als je misschien eerst nooit een rookmelder had in je gehele huis) probeert de brandweer in ieder geval mensen aan te zetten er één per etage te hebben.

Keurmerk rookmelder

Wanneer je een rookmelder aanschaft, let er dan op dat deze het Europese keurmerk ‘EN 14604’ heeft. In Europa gelden strenge regels voor zowel de productie als de verkoop van rookmelders. Zo weet je zeker dat je een juiste rookmelder hebt aangeschaft.

Plaats van de rookmelder

Denk goed na over de plaatsing van de rookmelder op een etage. Zo is het het meest effectief als de rookmelder in een gang of kamer dusdanig in het midden hangt dat hij beide helften van de ruimte gelijktijdig kan meepakken. Dus niet dat de melder pas afgaat als de hele rechterkant al in lichterlaaie staat. Hou het liefst ook minimaal 50 centimeter afstand aan vanaf de muur.

Let er verder op dat de rookmelder niet te dicht in de buurt hangt van het raam of een roostertje in het raam. Door de luchttoevoer van buiten, zal de rookmelder de rook binnen later detecteren, dan het geval zou zijn als deze verder van het raam zou zijn gepositioneerd.

Let er verder op dat de rookmelder niet vlak voor of achter een gordijn hangt. Ook dan duurt het langer voordat de rookmelder rook detecteert.

Hang de rookmelder het liefst op in de buurt van waar elektronica actief is; daar waar je je tv of computer hebt staan of je mobiel oplaadt. En zorg ervoor dat er één in de buurt van de meterkast in de gang hangt. Zoals hierboven benoemd; hang je het liefst een rookmelder in het midden van een ruimte op, maar plaats er dan één extra als zich bijvoorbeeld in een hoek van de kamer veel elektronica bevindt.

Goed om te weten is dat een rookmelder wél altijd aan het plafond moet hangen. Het is dus niet voldoende deze op een kastje in de gang te leggen (hoewel het natuurlijk wel beter is dan helemaal geen rookmelder te hebben). Zowel rook als warmte stijgen namelijk omhoog en zullen zich dan dus verspreiden via het plafond. De rookmelder zal daar dan dus ook zijn werk het best doen en dus het snelst detecteren op rook.

Monteren van de rookmelder

Tegenwoordig is het een stuk makkelijker om een rookmelder op te hangen. En het is daardoor laagdrempeliger om rookmelders op te hangen. Boren is namelijk niet perse meer nodig; er bestaan ook montagesets op basis van een magneet. De magneet plakt aan het plafond en daar hang je dan weer gemakkelijk je rookmelder tegenaan. De prijzen van de montagesets kunnen erg uiteenlopen, vergelijk van te voren goed. Daar waar ze op internet per set flink kunnen oplopen in prijs (gezien het gemak) kun je ze wel degelijk ook erg goedkoop verkrijgen in sommige fysieke winkels.

Het niet hoeven boren maakt het meteen gemakkelijker om te experimenteren met de juiste plek van een rookmelder in huis. Misschien wil je de rookmelder in het gangetje voor de douche hangen en ben je bang dat de rookmelder zal reageren op de stoom die uit de badkamer vrij komt. Door ofwel met een magneet ofwel met dubbelzijdig tape te werken, kun je eerst een tijdje uitproberen of de rookmelder daadwerkelijk reageert op de stoom uit de badkamer of dat dit eigenlijk een prima plek is. Je kunt dan eventueel later alsnog een gaatje boren of je komt er misschien achter dat het met tape ook prima werkt.

Een rookmelder moet regelmatig getest worden!

Test een rookmelder regelmatig via de testknop, zo weet je zeker dat de rookmelder én de batterij hun werk nog correct doen. Het testen is alleen iets dat iedereen wél wil doen, maar wat er bij inschiet. Heel veel mensen vergeten dit en dat terwijl je het liefst halfjaarlijkse de apparaten zou moeten testen.

Het kan daarom helpen om vaste momenten te koppelen aan het testen. Denk aan de momenten waarop de winter- en de zomertijd ingaan. Op de dag dat je de klok moet verzetten, maak je er een ritueel van om ook alle rookmelders en eventuele andere melders in huis meteen te testen. Een zeer kleine moeite – even de oren dicht – het is een kwestie van een paar seconden. Het stelt je gerust wanneer je weet dat alle melders in huis hun werk nog naar behoren doen.

Laad je telefoon niet ‘s nachts op!

Het is misschien heel verleidelijk: die telefoon heb je het liefst de hele dag bij je en dus is er nauwelijks tijd om hem aan de oplader te hangen. Daarom kiezen veel mensen ervoor deze ’s nachts op te laden. Dit is om meerdere redenen gevaarlijk. Het opladen van een batterij levert namelijk altijd een risico op!

Zo kan een telefoon door langer dan nodig is aan de oplader te hangen, gemakkelijk oververhit raken. Hierdoor kan de interne hardware beschadigen, waardoor de telefoon vlam kan vatten. De telefoon mag om die reden niet te lang aan de oplader hangen, maar dit is sowieso natuurlijk wel het geval wanneer je dit ‘s nachts doet. Niemand zal specifiek wakker worden om tussentijds de oplader er even uit te halen.

Daarnaast komt er niet altijd meteen rook vrij wanneer er iets misgaat met je telefoon. Lig je te slapen, dan zul je dus niet direct merken dat je telefoon vlam heeft gevat.

Daarbij laat een ieder zijn of haar mobiel wel eens – of heel vaak – vallen. De schade aan de buitenkant kan dan (of juist niet) meevallen als je bijvoorbeeld een screenprotector gebruikt, maar aan de binnenkant kan wel degelijk een beschadiging zijn ontstaan. Het gevolg kan zijn dat er een gevaarlijke situatie ontstaat: wanneer een telefoon een klap maakt, kan er een beschadiging aan de batterij ontstaan die vervolgens als een soort domino-effect meerdere onderdelen beschadigt. Hierdoor kan ontploffingsgevaar ontstaan wanneer het apparaat oververhit raakt. En dus moet je lang laden preventief voorkomen en er altijd bij blijven.

Bovendien kan in het geval van een brandende telefoon, de ondergrond van het object het branden nog laten verergeren. Ligt je mobiel bijvoorbeeld op je nachtkastje op te laden, dan kan het materiaal van het meubelstuk, bijvoorbeeld kunststof, snel gaan smeulen. Zo ook door andere plastic voorwerpen die in de buurt liggen. Als het écht niet anders kan en je kon je telefoon een keer perse niet overdag opladen; denk dan na over de ondergrond waar je telefoon op ligt. Gebruik bijvoorbeeld een onderzetter van steen.

Kortom: blijf er altijd bij als je telefoon oplaadt en doe dit niet ‘s nachts of als je even het huis uit bent.

Gebruik altijd de originele oplader bij je telefoon

Gebruik altijd de originele oplader. Koop niet ergens een goedkope lader om er bij te hebben of omdat je de originele lader kwijt ben of omdat er een zogenaamde snellader bestaat voor jouw telefoon van een ander merk. Maar kies voor de veiligheid van een originele en daarmee helaas vaak wel duurdere oplader.

Oplader wordt te heet tijdens het opladen

Wordt de oplader te heet tijdens het opladen? Reageer direct op de signalen (een sterke geur, rook, vonkjes) en trek de stekker meteen uit het stopcontact! Laat vervolgens de oplader afkoelen en doe dat het liefst buiten. Let op dat de oplader niet omringd wordt door brandbare spullen of materialen.

Oplader zonder telefoon eraan vast kan ook gevaarlijk zijn!

Belangrijk om je te realiseren: niet alleen de telefoon aan de oplader kan een gevaar vormen. De oplader zelf in het stopcontact laten zitten, terwijl je telefoon wel al is afgekoppeld kan voor even zo gevaarlijke situaties zorgen. Het lijkt alsof de oplader niks meer doet, maar hij trekt nog steeds stroom. Het uiteinde van de oplader kan dan dus gloeiend heet worden. Wanneer deze in contact komt met bijvoorbeeld je dekbed, kan dit een zeer gevaarlijke situatie opleveren.

Let op met oververhitting van je telefoon in de zon

Ook overdag is het van belang om op te letten dat je de telefoon niet oververhit raakt, zoals wanneer deze te lang in de volle zon heeft gelegen. Wanneer dit toch gebeurd en er verschijnt een waarschuwing van oververhitting, laadt de telefoon dan voorlopig even niet op en leg hem direct op een koele plek. Blijf je mobiel verder goed in de gaten houden op signalen.

Gratis advies inwinnen

Twijfel je of je de rookmelders wel op de meest gunstige plekken hebt gehangen in huis? Of dat er misschien eentje mist op een essentiële plek? Weet dan dat de brandweer zeer toegankelijk is voor het beantwoorden van vragen en het uitbrengen van advies.

Zo kun je zelf gemakkelijk een bezoek van een brandweerman aanvragen om een controle rondje te lopen in jouw huis. Aan de hand van een checklist zullen belangrijke punten besproken worden en kun je alles vragen. Ook geeft de brandweer regelmatig een open dag op de kazerne; niet alleen leuk en leerzaam, maar ook meteen handig om eindelijk de vragen te stellen die je misschien hebt.

Stekkerdozen

Het is goed om het volgende te onthouden: koppel geen stekkerdozen. Eén stekkerdoos is namelijk maar bestemd voor een bepaald aantal watt. Dus steek je de ene stekkerdoos in de ander om zo een langer snoer te creëren, dan komt eigenlijk alles in feite weer op de eerste doos terecht. Die kan het aantal watt dus eigenlijk niet aan, waardoor onveilige situaties kunnen ontstaan. Kies daarom liever meteen voor een doos met meerdere stopcontacten.

Apparaten uit het stopcontact trekken

In feite moet je weten dat alle elektrische apparaten in feite brandgevaarlijk kunnen zijn. Een apparaat dat oplaadt, is nog kwetsbaarder om brand te veroorzaken. Als een batterij bijna vol is en je blijft toch maar doorladen, dan is de kans op overhitting groot. Let dus goed op dat wanneer de batterij van een apparaat vol is of gewoon wanneer je een apparaat niet gebruikt, dat je de stekker uit het stopcontact haalt. Hiermee voorkom je dus oververhitting maar ook kortsluiting. Zeker kapotte apparaten die nog wel op stroom staan kunnen een gevaar vormen.

Let tevens op dat je een apparaat niet op standby zet. Niet alleen scheelt dit voor je energierekening, ook voorkomt dit doorbranden.

Net zoals hierboven benoemd met de mobiele telefoon, blijf altijd in de buurt van apparaten die aan het opladen zijn en laad ze niet ‘s nachts op.

De wasdroger is het meest brandgevaarlijke apparaat in huis, ga dus niet de deur uit als je de wasmachine of droger aan hebt staat.

Het is lastig om helder na te denken in het geval van brand. Zo vergeten mensen nogal eens wanneer een elektrisch apparaat vlam vat, om in eerste instantie de stekker uit het apparaat te trekken.

Op de universiteit, school of op het werk zal het helemaal vaak voorkomen dat computers aan blijven staan. Mensen maken zich daar in zijn algemeenheid al helemaal niet zo druk over of alle apparaten wel goed afgesloten zijn. Maak het verschil en wees hier zelf wel alert op! Sluit altijd je computer goed af, haal opladers uit de stekkerblokken en controleer de computers van collega’s die al naar huis zijn.

Deuren dicht houden tijdens brand kan levensreddend zijn

Deuren in huis zoveel mogelijk dicht houden is op het gebied van brandveiligheid verstandig zowel uit voorzorg als tijdens de brand. Je neemt dan namelijk zuurstof weg, waardoor het langer duurt voordat brand zich kan verspreiden. Als je tijdens een brand bijvoorbeeld de tuin in vlucht, doe dan ook de deur meteen achter je dicht zodat de brand niet naar buiten kan slaan.

Mensen zijn vaak zo bang dat de brand hen inhaalt dat ze al snel overwegen om uit het raam te springen. Die gedachte is vanuit paniek natuurlijk heel logisch, maar er gebeuren meer ongelukken met zware verwondingen of overlijden door het springen dan door de brand zelf. Het duurt namelijk best een tijd voordat de brand door een deur heen is gekomen. Je hebt kans dat de brandweer er dan al is om je uit huis te halen. Let vanzelfsprekend wel op rookontwikkeling, want rook is zeer gevaarlijk.

Hang ook een rookmelder in de schuur en/of berging

Als je een schuur of berging hebt; overweeg dan ook daar een rookmelder op te hangen. Ook al hoor je de rookmelder misschien zelf niet zo snel afgaan, dan is er in ieder geval nog een kans dat mensen van buiten de brand opmerken en kunnen reageren of handelen. En vergis je niet; in een schuur of berging kan behoorlijk veel brandbaar materiaal aanwezig zijn. Denk aan vloeibare stoffen of scooters of motoren.

Maar ook de elektrische fietsen die nu helemaal in zijn, zijn een gevaar. De accu hiervan is brandbaar. Zeker als deze een keer gevallen is (net als de oplader van je mobiel) is deze erg kwetsbaar geworden voor kortsluiting of zelfs ontploffing. Het wordt dan ook aangeraden de accu in de schuur op te laden en niet in bijvoorbeeld je woonkamer. Is je accu een keer gevallen, laat die dan doormeten bij de fietsenhandel. Schade kan zo gedetecteerd worden en daarmee kan erger voorkomen worden.

Bepaalde elektrische skateboarden en dergelijke die tegenwoordig voor kinderen bestaan kunnen ook licht ontvlambaar zijn. Omdat kinderen met hun speelgoed vaak vallen en dergelijke spullen dus schade opgelopen kunnen hebben, zijn dit soort apparaten gevoeliger voor brand.

Schoorsteen regelmatig laten vegen

Woon je in een oud (studenten) huis, dan is er misschien wel een open haard aanwezig. Weet dat het belangrijk is om regelmatig de schoorsteen te laten vegen. Doe dit zeker ook wanneer je de haard voor het eerst gaat gebruiken, want je weet immers nooit hoe het onderhoud bij de vorige eigenaar is geweest.

Door de schoorsteen te laten vegen, is het risico op een schoorsteenbrand en ook op een CO2-vergiftiging zo klein mogelijk. Daarbij zorgt een goed geveegde schoorsteen voor minder fijnstof en roetdeeltjes, wat belangrijk is voor de gezondheid van jezelf, je huisgenoten en het milieu.

Kies er voor om de schoorsteen te laten vegen zodat je zeker weet dat dit vakkundig gebeurd en je geen risico neemt met de veiligheid. Sluit vervolgens een onderhoudscontract af, dit is voordeliger dan wanneer je steeds apart afspraken moet maken én je weet zeker dat je niet vergeet dat de schoorsteen weer aan de beurt is.

Koolmonoxide melder

Een koolmonoxide melder is niet hetzelfde als een rookmelder. Anders dan wel eens gedacht wordt, detecteert hij dus niet op rook.

Wel kan het heel verstandig zijn er minstens één in huis te hebben, want koolmonoxide wordt ook wel de The Silent Killer genoemd. Koolmonoxide is namelijk zowel geur- als kleurloos. Je merkt er dus niks van als het misgaat en vergiftiging en daarmee overlijden kan voor jou en je huisgenoten dan al heel snel nabij zijn.

Daar waar je een rookmelder aan het plafond hoort te hangen in verband met het opstijgen van rook, daar hangt de koolmonoxidemeter het best op zo’n 1,5 meter hoogte aan de muur. Hang er in ieder geval één bij de gevaarlijkste bron: de C.V. ketel. Maar het kan geen kwaad om er ook één op de gang richting de C.V. ketel te hebben of in de slaapkamer. Kies er in het laatste geval voor om de koolmonoxidemeter op ‘adem hoogte’ te plaatsen; bijvoorbeeld dus op je nachtkastje ter hoogte van je gezicht.

Laat verder regelmatig de CV-ketel testen. Bij de ene ketel wordt dit om het jaar geadviseerd, bij de ander om de 2 jaar.

Test ook bij deze meter regelmatig (het liefst weer één keer in het halfjaar) via de testknop.

Ook voor de koolstofmonoxide meter geldt tegenwoordig dat er montagesets in de vorm van magneten bestaan en dat je het voor het ophangen dus niet hoeft te laten!

Volg een cursus

Wil je je zekerder voelen op het gebied van brandveiligheid? Dan kun je wellicht bij je werkgever aangeven dat je een cursus BHV zou willen volgen, je leert daar veel over (brand)veiligheid. Hier kun je je ook thuis veel prettiger bij voelen.

Vergelijk inboedelverzekeringen